Na Yeppoon rijden we verder langs de kust naar het plaatsje 1770. Dit was het jaartal dat Captain Cook hier voet aan land zette en bij gebrek aan inspiratie gaf hij het plekje de naam van het jaar. Dat zie je hier wel meer, zo hebben we al veel plekken gezien zoals 75 miles beach, 5 t/m 12 mile creek, saltwaterriver etc.
Volgens de Rough Guide is 1770 een opkomende plaats aan de kust. Daar zijn we het roerend mee eens, ofwel er is nu nog geen fluit te doen maar het heeft potentie. Wel is het uitzicht aan het strand zeer mooi met de mangrove bossen en de bootjes op de achtergrond. De camping zit midden in het bos en heeft een zwembad met ijsvogels en hele aparte kalkoenen, die hadden we nog niet in ons dierenboek. Verder kenmerkt de camping zich wederom door de huiskolonie muggen. We worden er een beetje moedeloos van, weer een avond in de camper hangen in plaats van buiten onder de sterrenhemel (die is hier trouwens wel heel gaaf, er zijn echt zoveel sterren te zien !).
We zetten de volgende ochtend het starship dan ook in de hoogste versnelling en cruisen richting Hervey Bay. Dit dorpje aan de kust is het uitvalsgebied voor Fraser eiland. Dit is een gigantisch eiland van van 75km lang bestaand uit alleen zand. Er groeien 5 soorten bos op waaronder een regenwoud. Nadat we twijfelden over het zelf rijden in een 4wd jeep of een dagje meeloungen in een hummer kiezen we toch maar voor de kids friendly tour met Fraser Island Company voor de volgende dag. De rest van de middag zitten we lekker bij het zwembad. Aangezien we al enige tijd op weg zijn is het voor de JW en Tijn tijd voor de kapper. De kapster adviseert een haircut number 4 (geen idee wat het is) en dat resulteert dan ook in een ietwat te korte borstelcoupe voor de mannen. Vooral de weather brush bij JW zijn goed te zien.
De volgende dag gaan we met 4wd bus op de ferry naar het eiland. Tijn en Maxime hebben allebei de autostoeltjes mee. Geen onnodige luxe zo blijkt zodra we aankomen op het eiland. Er zitten enorme gaten in de zandweggetjes. Tijn zingt uit volle borst “de mensen in de bus gaan op en neer” en Max giert van plezier. K heeft al een primatourtje genomen voor de boot, maar hij komt op het eiland veel beter van pas. Bij misselijkheid kijk je vooral naar de horizon, maar die is hier moeilijk te vinden.
De eerste 30 kilometer (anderhalf uur!) zien we vooral heel veel bomen die groeien op zand. Het regenwoud is wel indrukwekkend met bomen van rond de 70 meter hoog. We reizen vandaag met een kleine groep, waaronder een paar leuke Nederlanders. Even ervaringen uitwisselen is leuk en ondertussen oogsten de mannetjes weer veel punten bij de andere stellen omdat ze zo cute en sweet zijn (en vandaag zijn ze dat ook echt). ’s Middags komen we aan op het andere kant van het eiland waar zich de “autobahn” bevindt, de 75mile beach.
Onze duitse chauf scheurt met de bus met megabanden alle andere jeeps voorbij. Halverwege komt de commerciele kant van de tour naar boven en komt een blonde Tom Cruise de bus binnen, of we een vlucht in een klein vliegtuigje over het eiland willen doen. K heeft er wel oren naar. En voor een zeer hollands prijsje en de kids voor free kunnen we voor 35 euro pp mee. Het is echt zo cool !!
Hierna bezoeken we nog het Maheno schipwrak dat op het strand ligt en gaan we dobberen in Eli creek, die vanuit het binnenland de zee instroomt en echt kraakhelder is. Tijn springt er met kleren en al in en vindt het helemaal geweldig. Het is zo leuk om dingen te doen die normaal niet mogen. Op de terugweg zien we nog pelikanen.
Onze volgende stop is Noosa. Dit is een heel gezellig kustplaatsje. Het lijkt wel Zuid Frankrijk met een prachtig strand, een leuke winkelstraat en gezellig terrasjes. Helaas regent het weer eens. Ellende hoor, het heeft de laatste dagen best veel geregend. En kamperen in de regen is no fun ! De camper is inmiddels verandert in een modderpoel, alles is klam en stinkt. De camping is ook nog eens helemaal niets. Ze vinden het hier gezellig om het zwembad naast de ingang en dus de drukke weg te maken.
Lig je lekker in de uitlaatgassen de dobberen, hoe verzin je het. Nog zo iets opvallends: de regulations. Echt ongelooflijk hoe ze je hier aan alles herinneren.
Ik citeer de bordjes in het toiletgebouw op de camping in Noosa:
“please mop floor after showering”, “don’t forget to wash your hands”, “please take a short shower”, “no skateboarding or biking is allowed in the amenities”, “Please wipe the sink after use”,”Do not take the sponges for cleaning, otherwise we’ll need to increase the campfees”, “Childeren must be supervised here”, “Turn off lights”, “please think about the others guests by using these facilities”. En dat is dus slechts 1 gebouw. Kom je in de campkitchen dan het gaat vrolijk door. Wat dat betreft is het hier wel een dichtgetikte boel.
Maar goed, Noosa. We gaan er ’s avonds lekker een hapje eten en de volgende dag even de winkeltjes bekijken. Het regent pijpenstelen. Dus rijden we maar verder naar het zuiden. Onze volgende camping wordt door de eigenares aangeprezen vanwege de leuke dieren. Dat houdt in dat er naast de muggenkolonie er dit keer ook ganzen, pauwen en eenden rondbanjeren. En dat in een grote modderpoel door de regen. Persoonlijk vinden we het maar een smerige bende, helemaal als de kids na uren in de camper er echt even uit willen en lekker in de modder cq ganzenpoep gaan wroeten. Daarbij voelt K zich ook nog eens niet lekker. Wat een ellende. Het enige lichtpuntje is dat Jw twee autralische wijffies in de pocket heeft als hij de afwas doet (“Look there!!, a man is doing the dishes…how fantastic, lets go back and train ours…!”).
Gelukkig klaart het weer de volgende dag op en gaan we lekker een dagje dierentuinen in de Australia Zoo van Steve Irwin. Het is onwijs leuk, er zijn veel dieren te zien en er loopt megaveel personeel rond om je te helpen. We zien grote schildpadden (tortoises, we hebben een nieuw woord geleerd), otters, koalas, cassowaries, wombats, slangen en niet te vergeten veel krokodillen. Het is wel een beetje een show allemaal, want de meeste dieren kunnen leuke kunstjes doen, er is een grote show met crocs, fotoshoots met koalaberen en overal wordt de familie Irwin gepresenteerd (tot een eigen kledinglijn van dochter Binbi aan toe). Dit geeft ons wat mixed feelings over respect voor de natuur, maar de kids love it (eindelijk een snappy die wat doet ipv ligt te pitten).
Ook voeren de mannen de kangaroos en dat is wel heel schattig. Max trekt er nog 1 aan zijn oor en doet het weer leuk bij het publiek met zijn “He did it ->” shirt terwijl hij naast een kangaroo staat. We hebben weer flink met de pet rond kunnen gaan voor al die leuke kiekjes van onze Max die met name onze japanse fans hebben gemaakt.
We verbazen ons over de niet aflatende energie van onze kinderen als we 2 uurtjes later op de camping in Brisbane aankomen: er moet weer gezwommen worden. Gelukkig weet Max met zijn poepbroek en Tijn met zijn bommetje (alhoewel natuurlijk volledig tegen de regels in) iedereen binnen 2 minuten uit het bad te jagen.
En dan hebben we het zwembad aan de snelweg weer helemaal voor onszelf.